De Gebroeders Kalkoen
November 1971
De Gebroeders Kalkoen

De gebroeders Kalkoen, twee bejaarde vrijgezellen, zwaaien de scepter in een verouderde bonnetteriewinkel. Alle modernisering is voor hen uit de boze. Als verstokte vrijgezellen beschouwen zij het huwelijk als de stomste streek die er bestaat in een mensenleven.
"Liefde" is een woordje dat niet in hun woordenschat voorkomt; zij zijn er bovendien trots op, nooit verliefd geweest te zijn. Maar...! "Het kan verkeren", zei Bredero in de tijd. En hoe dikwijls is al niet gebleken dat de man het juist voor had.
Wanneer mijnheer Horstman verneemt dat de Kalkoentjes de trouwplannen van hun neef Leo dwarsbomen, besluit hij hem een handje toe te steken, om zijn ooms tot andere gedachten te brengen.
Wanneer Lena, de zuster van Hendrik en Jacob, en Truus, de huishoudster, ook nog hun woordje plaatsen, komt het tot heel wat koddige en bijwijlen gekomplikeerde situaties.
Als een oude schuur in brand schiet...
Auteur: Gerard Nielen
Regie: Geeraard Bekaert
Spelers:
Hendrik Kalkoen Roger Buysse
Jacob Kalkoen Geeraard Bekaert
Leo Nieuwland Arsène Van de Velde
Lena Annie Vercauter
Fientje van Elsen Godelieve Steenbeke
Geert Volkers Iréné Couvreur
Horstman Jean Van der Straeten
Truus Anna De Vos
Reeser Etienne Van Hijfte
Jan Firmin De Witte
Decor: Leon Segers
Voorzegger: Paul Vervaet
Grimmage: Arsène Delarivière, Paul Vervaet